Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Dave Sinardet - The Spirit of '45

De vertoning van Ken Loach's documentaire The spirit of '45 (2013) werd op 09.09.2015 ingeleid door professor Politieke Wetenschappen Dave Sinardet (VUB) die deze iconische film kadert en ons toont wat de geschiedenis ons vandaag kan leren over het voortbestaan van de welvaartsstaat in Belgiƫ, Nederland en Europa.
Door Dave Sinardet op 23 sep 2015
Tekst


De vertoning van Ken Loach's documentaire The spirit of '45 (2013) werd op 09.09.2015 ingeleid door professor Politieke Wetenschappen Dave Sinardet (VUB) die deze iconische film kadert en ons toont wat de geschiedenis ons vandaag kan leren over het voortbestaan van de welvaartsstaat in België, Nederland en Europa.

Juli 1945. In het Verenigd Koninkrijk vond één van de meest betekenisvolle maar vooral ook één van de meest verrassende verkiezingsoverwinningen plaats van de Europese naoorlogse geschiedenis. Eén van de pijnlijkste verkiezingsnederlagen ook. Een verkiezing die politicologen en politieke analisten nog steeds fascineert, in het Verenigd Koninkrijk en daarbuiten.

Amper twee maanden na de overwinning op het naziregime, na de bevrijding, worden de Britten naar de stembus geroepen voor een general election. De kandidaat voor de conservatieve partij is één van de meest geroemde staatsmannen uit de vorige eeuw en de toenmalige premier: Winston Churchill. Dé man die een cruciale rol speelde in de ondergang van Adolf Hitler en zijn Derde Rijk. En die met zijn toespraken het moreel van de Britten hoog had gehouden. Zijn beroemde uitspraak uit 1940, 'I have nothing to offer but blood, toil, tears and sweat', had de hele oorlog nagezinderd. Churchill was de oorlogsheld van de Britten, quoi.

Op VE day (bevrijdingsdag), het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog, werd Churchill toegejuicht door een uitbundige menigte aan Buckingham Palace. Zijn approval rate als premier lag in mei 1945 op maar liefst 83 procent.

Tot ieders verbazing - en vooral ook die van Churchill zelf - koos nog geen twee maanden later slechts 36 procent van de Britten voor hem. De Labour Party, onder leiding van Clement Attlee, haalde daarentegen een verpletterende score van net geen vijftig procent en kon voor de eerste keer in de Britse geschiedenis een meerderheidsregering vormen. De verschuiving in de publieke opinie leek enorm en onverklaarbaar.

In de documentaire The Spirit of '45 focust regisseur Ken Loach niet op Churchill maar geeft hij wel antwoord op de vraag hoe dat verkiezingsresultaat te verklaren valt. Dat is een deels politiek, een deels sociologisch antwoord. De verklaring ligt volgens hem bij de tijdsgeest, die fameuze 'Spirit of '45', de geest van '45.

Eén van de basiskenmerken van die tijdsgeest was een gevoel van eenheid, van saamhorigheid, van solidariteit dat door de Tweede Wereldoorlog was gecreëerd. Dit gevoel maakte een belangrijk deel van de Britten - met name de werkende klasse - ook rijp voor het idee van de welvaartsstaat. En dat was in de campagne van 1945 dé belofte van Labour, onder leiding van Clement Attlee: de opbouw van een heuse verzorgingsstaat.

Maar ook de herinnering aan het interbellum speelde mee: the great depression met haar torenhoge inflatie en werkloosheid, waar niemand naar wilde terugkeren en die werd geassocieerd met de toen aan de macht zijnde conservatieven. De oorlog - en het winnen daarvan - had ook een voluntarisme teweeggebracht, een gevoel dat het anders en beter kon. Een Yes, we can-gevoel zouden we dat vandaag noemen. De boodschap van Labour was in essentie dat de Britten na de oorlog nu ook de vrede konden winnen. Zoals iemand in de film getuigt:

'Zullen wij, die de oorlog gewonnen hebben, onze overwinning tegen het fascisme bevestigen door ook onze vijanden van voor de oorlog te verslaan: armoede en werkloosheid?'

Labour bleek onder meer veel steun te hebben bij militairen - een groep waarvan je misschien zou denken dat die Churchill trouw zou blijven - omdat ze vreesden terug zonder werk en huis te vallen.

De verkiezing van 1945 en de beleidsjaren van Labour die daarop volgden met de invoering van de Britse welvaartsstaat, worden door Loach in The Spirit of '45 uitgebreid geduid en bejubeld als een heroïsche tijd, wat het ongetwijfeld was. Een tijd waarin ook de vakbondsmens nog een held was. Het was alleszins één van de grote keerpunten in de Britse geschiedenis, want onder de regering van Attlee werden niet alleen opmerkelijk veel sectoren genationaliseerd en de tewerkstelling opgedreven met een uitgesproken Keynesiaans beleid, ook de welvaartsstaat werd in het Verenigd Koninkrijk ingevoerd.

Loach is in deze film een geschiedschrijver van onderuit, want hij schrijft die geschiedenis met getuigenissen van voormalige mijnwerkers, verpleegsters dokters, dokwerkers en vakbondsmensen. In mindere mate komen ook enkele academici aan bod. Dit is oral history. Dat maakt de film innemend, ontroerend soms. Sommige getuigenissen over de erbarmelijke leefomstandigheden van de working class grijpen naar de keel. Het maakt The Spirit of '45 ook zeer duidelijk geëngageerd, partijdig - al bestaat de partij die op het schild wordt gehesen niet meer echt, want dat is Old Labour, de Britse sociaal-democratische partij van voor Tony Blair (hoewel de pas verkozen leider Jeremy Corbyn daar misschien terug verandering in zal brengen). Soms lijkt het een Party Political Broadcast - een uitzending door derden - van de oude Labour Party of van een links alternatief daarvoor vandaag.

De geschiedenisles van Loach is daardoor soms wat eenzijdig. De zogenaamde 'spirit of '45' is ongetwijfeld een deel van de verklaring voor de Labour-overwinning en de hervormingen die daaruit volgden. Maar zoals meestal is een verkiezingsresultaat een complex gegeven waarbij verschillende factoren en elementen tot een bepaald resultaat leiden. Net zoals het succes van de N-VA niet zomaar mag herleid worden tot stijgende steun voor Vlaams nationalisme had ook het succes van Labour verschillende vaders.

Net zoals het succes van de N-VA niet zomaar mag herleid worden tot stijgende steun voor Vlaams nationalisme had ook het succes van Labour verschillende vaders.

Wat Churchill de das omdeed, was bijvoorbeeld voor een deel ook hijzelf, zoals mooi wordt aangetoond in de BBC-documentaire When Britain said no. In zijn eerste belangrijke radiotoespraak had Churchill bijvoorbeeld geprobeerd de Britse kiezer angst aan te jagen voor Labour door te zeggen dat als men werkelijk een socialistisch programma wilde doorvoeren, men uiteindelijk een beroep zou moeten doen op een soort Gestapo om iedereen in het gareel te houden. Zo vlak na de bevrijding zijn tegenkandidaat - met wie hij tijdens de oorlog jarenlang in dezelfde regering had gezeten - vergelijken met de Gestapo was niet meteen zeer slim. De radiospeech stond al snel bekend als 'The crazy broadcast'. Slechte politieke communicatie, zouden we dat vandaag noemen. Attlee speelde daar in een radiorepliek goed op in door Churchill te bedanken voor het verduidelijken van het verschil tussen Churchill 'the war leader' en Churchill 'the president of the conservative party'.

Churchill kon ook zeer moeilijk los komen van zijn aristocratische achtergrond en deed weinig moeite (en was wellicht ook niet in staat) om echt in contact te komen met het gewone volk. De bus had hij nog nooit genomen, de enige keer dat hij de metro nam was hij volledig verloren. Churchills slogan was: 'Let him finish the job'. Die van Attlee: 'Let's face the future'. Dat laatste was wat velen wilden doen: de oorlog achter zich laten en een betere toekomst opbouwen.

Churchill maakte ook de fout om absoluut geen interesse te tonen voor sociale hervormingen, die nochtans binnen zijn oorlogsregering al deels waren voorbereid. Want 1945 was ook weer niet helemaal de regelrechte breuk zoals die wordt voorgesteld in The spirit of '45.

Zo wordt in de documentaire van Loach bijvoorbeeld weinig aandacht besteed aan William Beveridge, een econoom én sociale hervormer - jawel, die combinatie bestaat of heeft bestaan. Beveridge had in 1942 een rapport geschreven voor de regering van Churchill (waarin dus ook Labour zat) waarin hij al een blauwdruk voorstelde en bepleitte voor een Britse welvaartsstaat. Dit zogenaamde 'Beveridge report' stelde voor dat iedereen, los van klasse, zou worden verzorgd 'from cradle to grave', van de wieg tot het graf. Beveridge was nochtans een liberaal - misschien daarom ook dat Loach hem niet veel plaats onder de zon gunt - maar zoals u weet betekent liberal in de Angelsaksische traditie doorgaans net iets anders dan in de continentale.

Het is interessant om stil te staan bij Beveridge, want hij is een sleutelfiguur in de geschiedenis van de welvaartsstaat in het algemeen en van de Britse welvaartsstaat in het bijzonder. Grofweg kun je immers stellen dat er twee modellen van welvaartsstaat bestaan: het Bismarckiaanse model, genoemd naar Bismarck, de Duitse kanselier van het einde van de negentiende eeuw. En het Beveridgeiaanse, genoemd naar ... jawel, de Britse liberaal Beveridge. Het eerste is vooral een systeem van sociale verzekering, het tweede van sociale bijstand.

Een van de belangrijkste criteria van het Bismarckiaanse systeem van sociale zekerheid is dat de financiering vooral voorzien wordt door werknemers en werkgevers. De bedoeling was dat arbeiders zich door het betalen van een premie zouden verzekeren tegen risico's zoals werkloosheid, ziekte et cetera, zodat ze in geval deze zich zouden voordoen hun levensstandaard zouden kunnen behouden. De uitkeringen waren dan ook gekoppeld aan de lonen.

Het systeem van Beveridge voorziet niet enkel bescherming voor werknemers, maar voor de hele bevolking. Zijn systeem wordt vooral gefinancierd via algemene middelen van de overheid, vooral belastingen dus, en voorziet in forfaitaire bedragen onafhankelijk van het werk dat iemand doet om zo de armoede tegen te gaan. De logica van Beveridge vinden we dus vooral terug bij de sociale bijstand.

In het Verenigd Koninkrijk komt dit model zeer duidelijk tot uiting in de gezondheidszorg, de befaamde National Health Service (NHS), zo'n beetje het laatste bouwwerk van the Spirit of '45 dat vandaag nog (grotendeels) recht staat. In ons land zijn we meer Bismarckiaans begonnen, om gaandeweg meer Beveridgeiaanse toetsen toe te voegen: de wet van 1974 over het bestaansminimum was daarvan waarschijnlijk de belangrijkste. Ondertussen is de tegenstelling ook minder duidelijk. De sociale verzekeringen werden ook opengesteld voor de niet-actieven via de afgeleide rechten en ook in toenemende mate deels gefinancierd uit algemene middelen.

Laat ons de vergelijking met ons land even verder doortrekken. Wat was eigenlijk het sleutelmoment bij ons, vergelijkbaar met de verkiezing van 1945 die door Loach zo treffend beschreven wordt?

Ook bij ons was de naoorlogse periode cruciaal in de uitbouw van de welvaartsstaat.

Wel, ook bij ons was de naoorlogse periode cruciaal in de uitbouw van de welvaartsstaat. Maar daar ging niet echt een heroïsche verkiezing aan vooraf zoals in het Verenigd Koninkrijk, al speelde het stijgende succes van de socialistische partij in de decennia voordien natuurlijk wel een rol. Een sleutelmoment bij ons is de ondertekening van het Sociaal Pact tussen werknemers, werkgevers en overheid in 1944 dat de basis legde voor de Belgische welvaartsstaat. Dat pact steunde op twee grote pijlers: ten eerste het garanderen van de sociale vrede tussen werknemers en werkgevers en het organiseren van solidariteit, en ten tweede de verbetering van de leefomstandigheden van de werknemers.

Maar uiteindelijk was het sociaal pact vooral een coördinatie van heel wat initiatieven en systemen die al decennialang waren gegroeid, vaak vanuit privé-initiatief, zoals de 'maatschappijen van onderlinge bijstand': vrijwillige verzekeringskassen die arbeiders zelf hadden opgericht en die uitgroeiden tot de mutualiteiten.

Toch kan het sociaal pact een sleutelmoment worden genoemd, omdat toen alle sociale verzekeringen voor alle werknemers verplicht werden, de uitkeringen stegen, er met de RSZ (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid) een nationaal gecentraliseerde dienst werd opgericht voor het innen van de bijdragen en de sociale zekerheid paritair werd beheerd, door werknemers en werkgevers.

Vergelijkbaar met het Verenigd Koninkrijk is dat ons systeem van sociale zekerheid na de oorlog zeer sterk uitbreidde, samen met de zeer sterke economische groei tijdens wat men naar de Franse demograaf Jean Fourastié 'les trente glorieuses' is gaan noemen: grofweg de periode tussen 1945 en 1974.

Gaandeweg werd de sociale zekerheid uitgebreid naar zelfstandigen, stegen de uitkeringen en de inbreng van de overheid nam ook toe. Dit alles tot halverwege de jaren zeventig, wanneer het plaatje verandert als gevolg van de economische crisis.

Op dit punt kunnen we misschien de voornaamste kritiek geven op The spirit of '45, tenminste als we verwachten dat Ken Loach probeert de evoluties van de welvaartsstaat te duiden. Hij maakt immers een grote sprong naar 1979 en de verkiezing van Margaret Thatcher, die plots de welvaartsstaat komt afbreken. Ja, Thatcher staat nog steeds symbool voor een ultraliberale politiek van deregulering en privatisering. En ja, onder Thatcher werden heel wat naoorlogse sociale verworvenheden afgebouwd, afgebroken zelfs. Het lijstje is inderdaad opmerkelijk, vooral vanaf 1983: de privatisering van British Telecom in 1984, de verkoop van de laatste aandelen van British Aerospace in 1985, deprivatisering van British Gas en de opsplitsing en verkoop van busmaatschappijen in 1986, de privatisering van British Airways en Rolls Royce in 1987, de privatisering van het staal in 1988, van water en elektriciteit in 1989.

Maar net zoals het aan de macht komen van Clement Attlee in 1945 het product was van een bepaalde sociaal-politieke context, was ook het aan de macht komen van Thatcher in 1979 dat. In The spirit of '45 lijkt de Iron Lady iets teveel de grote persoonlijke boeman die plots uit het niets ten tonele verschijnt en de verworvenheden van weleer tegen de zin van de Britten in op het spel zet. Hoe en waarom kwam Thatcher aan de macht? Hoe heeft de steun uit 1945 voor de welvaartsstaat kunnen verbrokkelen? Hoe is de zogenaamde post-war consensus geëindigd? Waarom werden de ideeën van Milton Friedman en de Chicago School plots populairder en kwam het Keynes-model onder druk? Het blijven onbeantwoorde vragen in de film van Loach.

Dat komt omdat hij zeer weinig aandacht besteedt aan de oliecrisis van 1973 en de daaruit volgende economische crisis. En raar genoeg ook niet aan de voor de Britse context zeer belangrijke 'winter of discontent' van 1978. Wat ging vooraf aan het aan de macht komen van Thatcher: hevige werkloosheid en hoge inflatie. En vooral in de winter van 1978, die 'winter of discontent', grote nationale stakingen in het Verenigd Koninkrijk tegen de beslissing van de toenmalige Labour-regering om noodgedwongen - in de strijd tegen inflatie - de stijging van de lonen wettelijk te beperken tot vijf procent. Het hele land viel quasi stil begin 1979, er heerste anarchie met ziekenhuizen die enkel nog zeer ernstige of dringende gevallen behandelden, vuilnis dat niet werd opgehaald et cetera. Die situatie geeft Thatcher - die tot dan toe een al bij al eerder gematigd discours had - de aanleiding om de vakbonden zwaar te gaan aanvallen.

Thatcher is natuurlijk ook internationaal geen geïsoleerd geval. Al is ze binnen Europa ongetwijfeld wel de meest opmerkelijke vertegenwoordiger van het ultraliberale model.

Hoe verging het de welvaartsstaat ondertussen in België?

Hoe verging het de welvaartsstaat ondertussen in België? We hadden hier toen ook onze baby Thatcher, Guy Verhofstadt, die gelijkaardige analyses maakte maar wiens partij in de jaren tachtig uiteindelijk maar één van de vier was die regeerde. Ook bij ons zie je in die jaren deregulering en inleveringen, maar zulke verregaande ingrepen als onder Thatcher kennen wij niet. Het hele proces van liberalisering ging bij ons veel trager, geleidelijker, ook onder druk van de omstandigheden, zoals tijdens de jaren negentig de noodzaak om de Maastrichtnorm (voor Europese begrotingsdiscipline) te halen. Evenwichtiger ook, met een beleid dat wel degelijk een aantal verworvenheden van de welvaartsstaat aantastte maar niet fundamenteel afbrak.

Is met de huidige regeringen in België vandaag een ander tijdperk aangebroken? Krijgen wij alsnog de volle Thatcheriaanse hervormingen? Het is duidelijk dat sommigen sterk in die richting willen evolueren. Het is ook duidelijk dat een deel van de basisfilosofie van de Thatcherjaren, met name de nadruk op individuele verantwoordelijkheid, ook het huidige beleid onderbouwt. Dat men het sociaal overleg - en dus de rol van de vakbonden - terug wil dringen, door vooral te besparen op de overheid en sociale voorzieningen. De daling van sociale bijdragen door werkgevers, deels betaald met besparingen op de sociale zekerheid, die we terugvinden in de taxshift, kun je zeker in dat perspectief zien.

Maar het proportionele politieke systeem dat wij kennen - in tegenstelling tot het Britse meerderheidssysteem - maakt dat écht grote schokken, écht fundamentele omwentelingen, zoals we ze kunnen zien bij Thatcher - vooral vanaf 1983 - grotendeels uitblijven. Er is bij ons (voorlopig) geen sprake van privatisering van de NMBS, De Lijn, het water ... Elektriciteit en telecom zijn intussen wel deels geprivatiseerd, maar met toch nog een belangrijk overheidsaandeel. Ook als we vergelijken met Nederland - waar nochtans de Partij van de Arbeid in de regering zit - zijn de besparingen bij ons al bij al toch nog iets minder drastisch.

Het lijkt mij echter duidelijk dat sommigen binnen de huidige coalitie verder willen gaan en zij vinden daarin uiteraard ook steun van de huidige Europese consensus rond austerity, al staat ook die niet in steen gebeiteld en evolueert die.

In dit licht is het ongetwijfeld één van de verdiensten van The spirit of '45 van Ken Loach om ons te laten zien dat het anders kan, dat er een alternatief is. De film is een nostalgische trip down memory lane, een terugreis naar betere tijden. Maar wel tijden die we terug kunnen krijgen, als we dat maar willen. De oproep van Ken Loach is heel duidelijk om de 'spirit of '45' vandaag te herstellen. Yes, we can, niet enkel in 1945 maar ook vandaag nog, dat is de boodschap.

Mensen moeten opnieuw leren bouwen op elkaar, samenwerken in plaats van zich te laten leiden door een dog-eat-dog-cultuur, verklaarde Loach bij de release van de film, twee jaar geleden. De verkiezing van 1945, tegelijk drager én veruitwendiging van de 'spirit of '45' is een model voor de toekomst. Het moet mensen doen inzien dat er wél een alternatief is.

Eerder dan een intellectuele reflectie over de welvaartsstaat is The Spirit of '45 een politiek pamflet. Dat kun je Loach niet verwijten: hij beweert geen objectieve afstandelijke analyse te betrachten en dat hoeft hij ook niet te doen.
Eerder kun je het linkse partijen verwijten dat zij er niet meer in slagen om kiezers die ooit op hen stemden te mobiliseren met een even krachtige boodschap.

Podcast

Meer info over de documentaire:

Vertel het verder: