Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

De bestselleritis van het boekenvak

Men zegt dat ik een stille schrijver ben. Dat ik in de luwte schrijf. Ik ben al twintig jaar 'een Geheimtip.' (Vrij Nederland). Wat mij betreft is 'een stille schrijver' een pleonasme. Maar de markt denkt daar anders over. Die wil lawaai. En dat maak ik niet.
Door Gie Bogaert op 16 jun 2009
Tekst

De bestselleritis van het boekenvakMen zegt dat ik een stille schrijver ben. Dat ik in de luwte schrijf. Ik ben al twintig jaar 'een Geheimtip.' (Vrij Nederland) Wat mij betreft is 'een stille schrijver' een pleonasme. Maar de markt denkt daar anders over. Die wil lawaai. En dat maak ik niet. Ik heb om te beginnen mijn imago niet mee. Ik ben volstrekt oninteressant, letterlijk een Mann ohne Eigenschaften. Ik ben geen Pakistaan, heb niet in Italië gewoond of een boerderij in Groenland geërfd, ik heb geen relatie met een of andere diva, ik ben geen aantrekkelijke vrouw, heb geen verschrikkelijke jeugd achter de rug en ik heb bovendien niet over alles en nog wat een mening ? of althans niet de behoefte om die om de haverklap te ventileren. Ik ben geen literaire tafelspringer. Ik ben performer noch poseur. Ik probeer alleen een stuk of wat poëtische romans te schrijven waarvan ik hoop dat een aantal mensen ze mooi zal vinden.

Dat is tegenwoordig een gebrek. Misschien heeft de schoonheid vijftig jaar geleden wel al haar gezicht verbrand, vandaag kankeren de littekens ook. Schoonheid ? en dan bedoel ik die van de fijnzinnigheid, de subtiliteit, de vertedering en de ingetogenheid ? wordt gemeden als de pest. Een boek hoort vooral spannend te zijn én spectaculair: hondsbrutaal, cynisch, experimenteel, gedurfd, nihilistisch, baanbrekend, bizar, hilarisch ? het liefst nog al die dingen tegelijk.

Maar ingetogen?

Ik schrijf geen trendy boeken, dat is het punt. Ze zijn niet sexy genoeg. De romans en verhalen die ik schrijf passen niet in het door hypes en media-darlings beheerste oppervlakkige vertier van wat het literaire circus wordt genoemd. Ik schrijf, zoals dat heet, niet voor de markt. (Zou het kunnen dat dat zo is omdat ik heb geleerd dat integriteit 's schrijvers hoogste goed is?)

Ik ben ook een Vlaamse schrijver. Dat scheelt nog steeds. Met lovende recensies en laaiende streamers haal ik het niet. Joost Nijsen ? al bijna tien jaar mijn Amsterdamse uitgever ? bericht me steevast fijngevoelig dat de Nederlandse boekhandels mijn nieuwe boek 'voorzichtig inkochten'. Knap eufemisme is dat. Het verdoezelt dat nogal wat Nederlanders die Vlamingen nog altijd liever kwijt zijn dan rijk. Want al hoor ik graag dat 'de Vlamingen tegenwoordig beter schrijven dan de Nederlanders', in het literaire prijzencircuit en vooral in de boekhandel is daar vooralsnog weinig van te merken.  

Maar ik ben vooral een bezorgde schrijver. Een aantal akelige tendensen in het boekbedrijf grieven me. Een ervan is dat de grootste boekhandelketen in Vlaanderen, Standaard Boekhandel, een intern systeem van A-, B-, C-tot-en-met-J-auteurs hanteert. Die suggestie van kwaliteitsverschil tussen boeken is hoogst misleidend, want het gaat uitsluitend om de naambekendheid (en eerdere verkoopcijfers) van de betreffende schrijvers. Standaard Boekhandel bepaalt er consequent de afname van titels mee: van B- en C- auteurs wordt in sommige filialen beperkt ingedaan, in andere helemaal niet. Andere ketens doen iets gelijkaardigs.

Ook het Vlaamse boekenvak lijdt aan een ziekelijke vorm van bestselleritis, zo blijkt. Het vedettisme neemt hand over hand toe en daarmee ook een steeds grotere vluchtigheid. Gezichten worden merken ? en die verkopen. De sellers floreren, de stille boeken belanden steeds dieper in de buik van de piramide. Op termijn wordt de blik van de lezer zo vernauwd tot een stuk of vijf boeken. 

Dat heeft deels met de onachtzaamheid van een groot aantal cultuurprogramma's te maken. Die spelen, samen met de boekenbijlagen, te vaak een bevestigende rol. Ze bieden een forum aan steeds dezelfde namen, vissen in dezelfde vijver van bekende gezichten: literaire performers, entertainers, columnisten ? lawaaimakers van beroep. Boeken die al zichtbaar zijn, worden zo nog zichtbaarder gemaakt. Het houdt het A/B/C tot J- systeem in stand. En dat leidt tot literaire verschraling. Op die manier komen auteurs in de verdrukking die naast het schrijven geen ander kunstje kennen. Hun stille boeken dreigen onbeschikbaar te raken. Straks worden ze doodgeboren.

Ik solliciteer niet naar de status van A-auteur. Ik roep dat dit categorieënsysteem en de bijhorende marktmachinaties niet deugen. Het creëert een oneigenlijk en vooral onrechtvaardig ? om niet te zeggen: discriminerend ? kader van tweede- en derderangsauteurs. 

Al even ondeugdelijk is de onverhulde introductie van een feitelijke vervaldatum. Er is al vaker gewezen op de steeds kortere leeftermijn van een boek. Wie durfde te fluisteren dat het om hooguit vier maanden ging, werd lange tijd een cultuurpessimist genoemd, maar kreeg  flagrant gelijk toen Standaard Boekhandel schaamteloos de retourdatum op zijn boeklabels begon te afficheren. Een boek krijgt nauwelijks nog de tijd om te liggen. Het wordt verkocht als speculaas.

In 'De uitkijkpost van de literatuur', het Nederlands 'manifest uit de wereld van boek en letteren' van het Boekenoverleg (2006), heet het dat 'een select groepje uitverkoren titels zoveel aandacht naar zich toetrekt dat het langzaam verkopende, waardevolle aanbod het moeilijk heeft' en dat 'de Nederlandse literatuur opnieuw haar positie (dient) te bepalen.' Niet alleen de overheden, maar ook de media hebben de taak wat stil en kwetsbaar is te ondersteunen en al te ruwe marktwerking te corrigeren.

Er zijn gelukkig nog wat witte raven. De Nederlandse radio en televisie kennen nog boekenprogramma's die kwaliteit voorop blijven stellen. Ook in Vlaanderen zijn nog wel integere leesbevorderaars aan het werk. En het dient gezegd dat de Vlaamse onafhankelijke boekhandels met vereende krachten blijven proberen niet alleen de sellers te promoten.

Het valt daarbij te hopen dat zij op de bres zullen blijven voor de zogenaamd 'moeilijkere' boeken en niet bezwijken voor de steeds grotere druk van de markt.

Intussen blijf ik met een wat bang hart de ontwikkelingen volgen. Vanuit de luwte.      

Gie Bogaert (1958) debuteerde in 1987 met de verhalenbundel Klein Berlijns drama. Drie jaar later volgde zijn eerste roman Wat kwaad doen de tovenaars? Later verschenen achtereenvolgens Keizer Doede (1992), Wat we met de liefde doen (1995), De liefdeverzamelaar (1998) en Nathan Meyer, vrouwenwandelaar (2000). Zijn meest recente roman is Opklaringen (2006).

Vertel het verder: