Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Het tragische einde van mijn stage

Hoe is het om stage te lopen bij Vlaams-Nederlands huis deBuren? Voormalig stagiaire Jildou Fabriek schreef er een column over in het kader van de stagenacht van de RMA Nederlandse Literatuur en Cultuur (Universiteit Utrecht).
Door Jildou Fabriek op 10 apr 2018
Tekst

Toen ik begon met het schrijven van deze column, bedacht ik dat ik maar het beste kon starten met het tragische eind van mijn stage.

 
Waarom tragisch, denken jullie verschrikt? 

Nou, ik vond het ontzettend jammer dat m’n stage voorbij was. Ik was dan ook niet weg te slaan bij het Vlaams-Nederlands huis voor cultuur en debat in Brussel: deBuren. Zo bleek ook uit mijn meerdelige afscheid, waarbij ik tot vier keer toe terugkwam om telkens op een andere manier mijn stage af te sluiten. ‘Ben je daar nu alweer?’ vroeg men vrolijk en verbaasd. Ik ben misschien wel blij dat deBuren niet mijn echte buren zijn. Ik zou de deur platlopen. 

 

De aanzet tot dit stalkgedrag vond al plaats in 2014, toen ik in een notitieboekje het dubieuze lijstje ‘in de gaten houden’ opstelde. deBuren prijkte bovenaan. In deze column neem ik jullie graag mee vanaf dat moment, vier jaar geleden, tot aan het afscheid op 3 november 2017. En op 16 november, 30 november en 16 december.

In 2014 sloot ik met een stage bij wijlen De Bezige Bij Antwerpen en een scriptie over Jan Lauwereyns mijn bacheloropleiding Taal- en cultuurstudies af, waar ik de hoofdrichting ‘moderne Nederlandse letterkunde’ volgde. Beide projecten vormden een mooie voorbereiding op de onderzoeksmaster Nederlandse literatuur en cultuur, die ik nu volg. Onderwerp van mijn stageonderzoek in de bachelor was de literaire uitwisseling tussen Nederland en Vlaanderen; mijn scriptie behandelde Lauwereyns’ visie op de rol van poëzie(-onderzoek) in de maatschappij. Het is dat ik mijn blikveld wat heb verruimd naar de postkoloniale gebieden, maar nationale identiteit en begrenzingen in de Lage Landen, evenals de rol van cultuur en de geesteswetenschappen zijn nog altijd belangrijke thema’s voor mij. Je kunt ze ook stokpaardjes noemen.

 

Waarom stond deBuren op dat lijstje? Men neme de tagline al: Vlaams-Nederlands huis voor cultuur en debat. Er komt zoveel samen in deze toch ook specifieke titel, en ik was al gauw gecharmeerd van de kleinschaligheid, maar toch ook het potentieel van dit Brusselse equivalent van de Balie of de Brakke Grond in Amsterdam. Een jaar geleden begon ik met zoeken naar een stage, en met vers opgedane kennis op het gebied van nationalismestudies, viel mijn oog op de serie Made in Europe, een samenwerking van de VPRO en Canvas.

 

Made in Europe

 

Met het gelijknamige boek van Pieter Steinz onder de arm, trok Dimitri Verhulst door Europa, waar hij volgens de intro op zoek ging naar ‘de Europese ziel’ in ‘de kunst die ons bindt’. De essentialisme-alarmbellen rinkelden op volle toeren, en ik was dan ook zeer verheugd toen ik zag dat deBuren een podiumprogramma organiseerde rond Made in Europe. Elke week zouden ze een dag na de uitzending ‘verder gaan waar de serie stopte’, waarbij diverse sprekers in een wisselend format met elkaar en de serie in gesprek zouden gaan. Van boek tot serie tot podiumprogramma: het leek me een productieve gelaagdheid voor een onderzoek.

Waarom stond deBuren op dat lijstje? Men neme de tagline al: Vlaams-Nederlands huis voor cultuur en debat. Er komt zoveel samen in deze toch ook specifieke titel, en ik was al gauw gecharmeerd van de kleinschaligheid, maar toch ook het potentieel van dit Brusselse equivalent van de Balie of de Brakke Grond in Amsterdam.

Hoe denkt een Vlaams-Nederlandse organisatie – gefinancierd door de Vlaamse en de Nederlandse overheid – over Europa? Hoe zou dit huis voor cultuur en debat – gesitueerd in het politieke hart van Europa – omgaan met de culturele focus van de serie? Ik schreef een onderzoeksvoorstel rond deze vragen, waar adjunct-directeur Willem Bongers-Dek (tevens alumnus van de onderzoeksmaster) wel oren naar had. We hadden een succesvol sollicitatiegesprek, en diezelfde dag stond ik bij de slotavond van Made in Europe al drankjes te schenken achter de bar.

 

Het zou daarna nog een aantal maanden duren voor ik in augustus weer naar Brussel mocht. Maanden van spanning waarin ik regelmatig bang was dat het verschrikkelijk tegen zou vallen. Waarin ik mezelf moest overtuigen van de waarde van een stage buiten een academisch georiënteerd instituut, hoewel ik daar net naar op zoek was. Jullie raden het misschien al, deBuren was zo’n plek. Een plek waar ik ondanks een relatief korte werkperiode van krap drie maanden, direct onderdeel van het team werd, mocht meepraten, meedenken en zo vaak als ik wilde kon citeren uit De Volkskrant. En, niet onbelangrijk: dat er dan ook werd geluisterd. Vijftig procent van de tijd besteedde ik aan mijn onderzoek. Daarnaast assisteerde ik zo’n twee tot drie keer per week bij activiteiten en hield ik me bezig met talentontwikkeling bij jonge schrijvers, een thema waar deBuren zich steeds meer op toelegt.

Een min of meer toevallig ontstane taak bleek voor mij een van de meest waardevolle: twee keer kreeg ik de kans om als moderator auteurs te interviewen tijdens een activiteit van deBuren: bij de Avond van de Afrikaanse roman en tijdens Citybooks @ Europalia. Ook hield ik gesprekken met mijn collega’s over het Made in Europe-programma. Ik had niet verwacht dit zo leuk te vinden. Dit zat ‘m vooral in de verantwoordelijkheid om een gesprek met of tussen experts te faciliteren dat tot nieuwe kennis en inzichten leidt. De balans tussen een uitgebreide voorbereiding en het laten ontstaan van een verrassende uitkomst vind ik daarbij een zeer interessante.

Chef Schema

 

De reguliere taken hadden echter vooral te maken met jonge schrijvers. Ik assisteerde bij de postproductie van de schrijfresidentie van deBuren in Parijs: ik hield contact met de auteurs, deed een laatste redactieronde, zocht afbeeldingen, etc. In een van de eerste weken van de stage vroeg Willem: ‘Houd jij toevallig van schema’s?’. Voor wie mij een beetje kent, zal het geen verrassing zijn dat ik uiteindelijk als Chef Schema het overzicht hield over het kick-off weekend van CELA, dat staat voor Connecting Emerging Literary Artists: een Europees project waar zes landen samenwerken om jonge schrijvers en vertalers een internationale zwiep aan hun carrière te geven. De introductieweek resulteerde in 65 activiteiten, 80 gasten en een hoop verdwaalde schrijvers. Beide projecten boden me een kijkje in een deel van het literaire veld waar ik nog weinig zicht op had. Ik vond het erg interessant om te zien hoe culturele instellingen (anders dan uitgeverijen) inspelen op ontwikkelingen in de literaire wereld en hoe diverse netwerken tussen de spelers worden opgezet.

Voor wie mij een beetje kent, zal het geen verrassing zijn dat ik uiteindelijk als Chef Schema het overzicht hield over het kick-off weekend van CELA, dat staat voor Connecting Emerging Literary Artists: een Europees project waar zes landen samenwerken om jonge schrijvers en vertalers een internationale zwiep aan hun carrière te geven.

Grenzen

 

Een goede stage is, naast een kennismaking met het werkveld, ook een kennismaking met je eigen grenzen. Het kick-off weekend van CELA bleek een moment te zijn waarop de werkdruk toch te hoog bleek te zijn geworden. Vlak voor de finish moest ik een paar dagen pauze nemen om weer goed op adem te komen. Gelukkig was superbegeleider Willem erg begripvol, en konden we tijdens de vele intervisiemomenten goed praten over valkuilen en voortgang. Over Willem niets dan lof! Hij is de beste stagebegeleider die ik me kon wensen.

Een andere valkuil waar ik goed diep insprong, was de grootte van mijn onderzoek, dat tegen het einde van mijn stage scriptie-achtige vormen begon aan te nemen. Vlak voor de eindpresentatie keerde ik om en besloot ik geen volledige reconstructie van het Made in Europe-proces te maken, maar de belangrijkste en opvallendste resultaten te bundelen in een semiotische lezing. Het bleek de meest logische en beste keuze, maar in de vaart der volkeren duurde het even voor ik daar achterkwam. Want hoe inspirerend een niet-academische werkomgeving ook kan zijn, en hoeveel ik ook had aan een strak kantoorritme, als ik studeer ben ik een dieselmotor.

Een goede stage is, naast een kennismaking met het werkveld, ook een kennismaking met je eigen grenzen.

Met mijn evaluatie van Made in Europe bij deBuren ging ik dieper in op de inclusiviteit op het podium bij deBuren. Mijn tekst leidde tot een brainstormsessie, waarbij mijn lezing de basis vormde voor deBuren om aan introspectie te doen.  Het bleek een uitstekende vorm van wederhoor, die voor beide partijen nuttig was. In mijn lezing nam ik een toekomstvisie op, en bij deBuren was het debat aangezwengeld. Ik ben benieuwd naar hoe het huis er in de toekomst mee aan de slag zal gaan. Misschien moet ik er binnenkort maar weer eens een kijkje nemen.

Hoe cliché het ook mag klinken, bij deBuren heb ik een thuis gevonden. Ik heb gemerkt waar mijn mogelijkheden liggen als neerlandicus, ik weet wat ik prettig vind als werknemer: veelzijdigheid, erkenning en uitdaging. Ik wilde een stage waarmee ik iets bij kon dragen aan een organisatie, waar de teksten die ik zou schrijven niet in een spreekwoordelijke la zouden belanden, maar waar mijn expertise gewaardeerd zou worden. Hoeveel ik ook verwachtte van deBuren, en hoe bang ik ook was dat hier weinig van terecht zou komen, ik was toch aangenaam verrast over hoeveel aansluiting er was. En laten we eerlijk zijn, dat is niet tragisch, dat is vooral een prachtig inzicht voor de toekomst.

 

 

 

 

Stage lopen bij deBuren?

Binnen de werking van deBuren nemen stages een belangrijke plaats in. deBuren is een gewilde stageplaats omdat goede begeleiding gegarandeerd is en stagiairs volop inhoudelijk en praktisch meedraaien in de organisatie. Doorgaans richten zij de helft van hun stage in op basis van eigen (onderzoeks)interesses, de andere helft volgt uit het reguliere reilen en zeilen van het huis.

 

In 2017 leidde dat selectiebeleid tot vier stages, variërend in lengte van enkele weken tot meerdere maanden. Voor het najaar van 2018 en het voorjaar van 2019 is deBuren specifiek op zoek naar gevorderde letterenstudenten die al enige ervaring hebben met receptieonderzoek en/of institutioneel onderzoek. Daarnaast staan we open voor diverse voorstellen zolang eigen interesses en het versterken van de werking van ons dynamische cultuurhuis in balans zijn.

Stuur ons een mailtje!
Vertel het verder: