Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Open brief aan koning Albert II

Met een open brief aan koning Albert II neemt Volkskrant-correspondent Bart Dirks afscheid als correspondent van België. Toen hij in 2003 begon, waren de botsingen tussen Waalse en Vlaamse politici in Nederlandse ogen faits divers, nu wordt gespeculeerd over het voortbestaan van België. Hoe kan dat?
Door Bart Dirks op 16 jun 2009
Tekst

 


Sire,


Vijf jaar mocht ik in uw land vertoeven; midden in de politieke crisis die België nu al ruim een jaar verlamt, vertrek ik ? met pijn in het hart. Aangezien ik me als Limburger geen 'Ollander' voel en omdat uw onderdanen Nederbelgen associëren met kapitale villa's, grapte ik dat ik reserve-Belg was geworden. Ooit zong de Noord-Brabantse groep Pater Moeskroen dat uw broer, koning Boudewijn, hen mocht vragen bij een tekort aan Belgen. Ze vonden het leven in uw land veel aangenamer dan boven de Moerdijk.

Als tijdelijke reserve-Belg heb ik mijn best gedaan. Ongemerkt strooi ik met woorden als soit en evident, jus d'orange noem ik op uitdrukkelijk Vlaams verzoek fruitsap, ik ben getrouwd in 's werelds mooiste stadhuis (dat van Brussel natuurlijk) en ik schijn wat zwieriger (maar goddank nog altijd schadevrij) auto te rijden. Spijs en drank hebben me zichtbaar goed gedaan.

Toch ben ik meer Nederlander gebleven dan Belg geworden. Ik verklaar mij zo nader.

Maar veroorlooft u mij, Sire, eerst een parallel te trekken met Cuba. In 1996 schreef ik in Utrecht een scriptie ? een thesis, zouden uw onderdanen zeggen ? over de Nederlandse sympathisanten van de Cubaanse revolutie. Linkse intellectuelen bezochten het eiland eind jaren zestig op uitnodiging van het nog jonge, revolutionaire regime. Ze vielen voor de charmes van de revolución alegre. Zelfs de vogels zongen er volgens Harry Mulisch mooiere liedjes dan in de rest van de wereld.

(Overigens, in uw land zingt elk vogeltje zoals het gebekt is. Vinkenzetters in het West-Vlaamse Waregem-Nieuwenhove vertelden me dat ze bij hun zangwedstrijden niets hebben aan vogels uit de Ardennen. De 'Walevinken' krijgen het Vlaamse karakteristieke 'twiet-twiet-suskewiet!' niet uit hun keeltjes. 'Zelfs de vinken zijn hier provinciaals', oordeelde iemand aan de toog.)

De Cuba-adepten vielen trouwens later van hun geloof. 'Ik zou willen dat ik in dit land zou willen wonen', verwoordde politicoloog Lucas van der Land zijn twijfels en spijt. De liefde kon toch niet blind zijn, en een Nederlander is nu eenmaal geen Cubaan. En evenmin een Belg. Al ik had er best een willen zijn.

Natuurlijk, Sire, België is Cuba niet. Hier wordt geen Nieuwe Mens uitgevonden, hier is geen sambacommunisme, geen heroïsche visionaire leider. Sinds de verkiezingen van 10 juni 2007 kwam Yves Leterme al drie keer bij u zijn ontslag aanbieden ? twee keer als formateur, een keer als premier. U weigerde het te aanvaarden, want wie zijn kiezers 'beter bestuur' belooft, moet dat waarmaken.

Wél is België, net als Cuba, een gistend en borrelend politiek laboratorium. Voormalig premier Guy Verhofstadt droomde van een 'federale modelstaat', een gidsland voor andere naties met diverse culturele gemeenschappen. Immers, uw land, met één premier en vijf ministers-presidenten, bedacht talloze procedures en compromissen om tot evenwicht te komen. Alle twisten zijn er zonder bloedvergieten verlopen. België is de Europese Unie in het klein.

Maar zoals er twijfel is over nut en noodzaak van de EU, is er ook scepsis over uw koninkrijk. Toen de Franstalige publieke omroep RTBF eind 2006 een 'nepjournaal' uitzond, geloofden de meeste kijkers direct dat het Vlaams Parlement écht het land had opgeheven. Toch denk ik vooralsnog dat het scenario van de uitgebrachte dvd, getiteld Bye Bye Belgium, fictie blijft.

Maar de wrok zit diep. En de Vlaamse strijd voor meer regionale macht en voor behoud van het Vlaamse karakter van de verfranste Brussels randgemeenten kent zijn minder fraaie kantjes. Onlangs werden ze scherp verwoord door Dorian van der Brempt. 'Vlamingen zijn wantrouwig en kwaad van nature', aldus de directeur van het Vlaams-Nederlands Huis deBuren te Brussel. Ze zijn boos op de Walen. Op de Brusselaars. En op de Hollanders.

Hij herinnerde zich tuinman Jef van de Priorij van Corsendonk. Door een gat in de beukenhaag wees de tuinman Van der Brempt op een ploegende boer: 'Daar ben ik nu al twintig jaar kwaad op.' Waarom? 'Dat weet ik niet meer.'

Leterme heeft iets van die verbeten tuinman, aldus Van der Brempt. Iedereen heeft het gedaan, behalve hij. Dat zal u op het paleis in Laken niet zijn ontgaan.

Op hun beurt moeten de Walen en Franstalige Brusselaars, die zich zo duidelijk pro-Belgisch afficheren, ook de hand in eigen boezem steken. Ze zouden zich allereerst over hun verlatingsangst heen moeten zetten, hen vooral aangepraat door de scherpslijpers onder de Franstalige commentatoren en politici. Ja, België moet volgens hen blijven bestaan. Maar oprechte interesse voor hoe dat België er volgens de Vlamingen zou kunnen uitzien, ontbreekt. Terwijl België alleen een toekomst heeft als beide landsdelen bereid zijn de staatkundige blauwdruk te hertekenen; geleidelijk maar beslist, in alle rust en met wederzijds respect.

België kent voor de Nederlanders nóg een parallel met Cuba: de warme sfeer en de gemoedelijkheid zijn spreekwoordelijk. Uw land, Sire, is volgens de Nederlanders minder opgefokt dan Nederland, minder brutaal, minder zakelijk, menselijker en losser. De politieke vetes versterken vijandbeelden die de burgers in hun dagelijks leven niet ervaren.

Want gelukkig kloppen de clichés over het goede Belgische leven. Opgetogen verhuisde ik in de warme zomer van 2003 naar Brussel, nieuwsgierig naar ons 'dichtste buitenland', even vreemd als vertrouwd. Zo was het chaotische, rauwe Brussel weliswaar totaal anders dan het aangeharkte, museale Amsterdam, maar naast de taal van Voltaire klinkt in Bruxelles ook de taal van Vondel.

Vijf jaar geleden leek België een baken van rust en stabiliteit. De paarse regering-Verhofstadt was net met een royale meerderheid herkozen. De botsingen tussen Franstalige en Vlaamse politici waren destijds in Nederlandse ogen slechts faits divers. Toch bleken ze nooit geheel ongevaarlijk. Zo vertrok koeriersbedrijf DHL uit Zaventem omdat Vlaanderen, Wallonië en Brussel elk hun eigen geluidsnormen hebben. De drie gewesten bleven maar bekvechten over het aantal nachtvluchten. Kortom, regionalisering is ook niet alles.

In 2005 overschaduwden sombere bespiegelingen de verjaardag van uw land. 'België, 175 jaar. En daarna?', kopte Le Soir. Overleven zal het land wel, veronderstelde de krant: 'Overleven? Maar wat voor akelig lot is dat! Men beeft, men zweet, men kijkt schichtig rond, men takelt af, men ligt op sterven.' Anno 2008 twijfelt het Brusselse dagblad zelfs hardop aan dat overleven.

Sire,

Het spijt me voor u en uw nakomelingen, maar uw noorderburen lijken zich al met de gedachte te hebben verzoend dat uw koninkrijk ophoudt te bestaan. Opgewekt zegt een meerderheid in opiniepeilingen dat de Vlamingen zich mogen aansluiten bij Nederland. Als de Walen zich melden bij de Fransen, is 'het probleem-België' opgelost. Al moeten we eerst nog Brussel en de staatsschuld eerlijk zien te delen.

De Standaard liet in juni zijn lezers al aan het idee wennen. Liefst drie weken vulde de Vlaamse krant dagelijks vele pagina's met de reeks Hollandse Maatjes. Het ging over de Haagse politiek, de Amsterdamse grachtengordel, over Zwolse sterrenrestaurants. Het was een vervolg op een serie die De Standaard in maart 2007 maakte met Le Soir. Toen was het oogmerk dat Vlamingen en Walen elkaar beter leerden kennen.

In uw kersttoespraak van 2007 sprak u nog vol lof over dat initiatief. Maar heeft het ook geholpen?

Er was geen Nederlandse krant die bij de reeks Hollandse Maatjes de rol van Le Soir overnam. Drie weken pagina's vullen over de twee buren was te veel gevraagd voor NRC Handelsblad en de Volkskrant. Het tekent de tragiek van de Vlaamse haat-liefde voor het noorden. De band met Nederland is als een wisselbad: soms warm, soms koud, nooit lauw. Maar vanuit Nederland is het contact vaak gevoelloos en oppervlakkig.

Nederlanders ervaren de historische band met België nauwelijks; '1830', het jaar van de scheiding, roept amper emoties op. Over het feit dat we samen met Vlaanderen een taalunie vormen, doen we schamper: 'So what?' Nederlanders kennen de VS beter dan België ? de Amerikaanse verkiezingen zijn spannender en eenvoudiger dan het gekijf over de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde.

Tegenover onze onverschilligheid staat de complexe Vlaamse verhouding tot Nederland. Enerzijds is er de bewondering voor de Nederlanders, die zoveel zelfverzekerder zouden zijn. Die misschien slordiger, maar tegelijk zonder complexen met de Nederlandse taal omgaan. Die zakelijk en efficiënt zijn: afspraak is afspraak. Anderzijds is er de diepe afkeer: de directheid en arrogantie, het lompe en luidruchtige, de broodje-kaas-met-karnemelk-lunch.

Niet enkel met afschuw, maar ook met enig leedvermaak werd er gekeken naar de moord op Fortuyn en Van Gogh. Eindelijk hadden die Hollanders ook eens problemen! Nederland viel van zijn voetstuk. De badinerende kwalificaties van de ministers Karel de Gucht ('Balkenende is een mix van Harry Potter en brave stijfburgerlijkheid') en Freya Van den Bossche, die de Nederlandse regering 'stijf, truttig en kleinburgerlijk' noemde, zijn wel verklaard uit een overwonnen inferioriteitsgevoel.

Kortom, Vlaanderen is zich nog volop aan het emanciperen ? in eigen land, waar de Vlaamse identiteit moeilijk mét, maar even moeilijk zónder België voorstelbaar is. Nederland geldt als klankbord én boksbal. 'Jullie zijn onze moffen', vatte Tom Lanoye het eens treffend samen.

Sire,

Ik verlaat uw even mooie als gecompliceerde land dus met gemengde gevoelens. Vijf jaar is te kort om er helemaal bij te gaan horen. Een mogelijke verklaring daarvoor kwam in 1980 van Walter van den Broeck, in zijn boek Brief aan Boudewijn. Hij vroeg uw broer goed rond te kijken in het land waar niemand zich Belg noemt. Vlaming of Kempenaar voelde de auteur zich evenmin:

'Wij zijn wel degelijk patriotten, maar dan van een huis, een straat, een wijk, een dorp of een stad', schreef Van den Broeck aan uw broer zaliger. 'Verder reikt ons vermogen niet om een ruimte mentaal te overkoepelen. De grenzen van ons gemeenschappelijke ik, ons wij dus, reiken tot daar waar een ander dialect, een andere taal wordt gesproken. Van daar af begint de vervreemding die men met de touwladders van staatsstrukturen poogt te overbruggen.'

Wellicht heeft die vervreemding deze 'reserve-Belg' soms ook in verwarring gebracht. Ik ben toch altijd Nederlander gebleven, maar ik ga Vlaanderen, Wallonië en vooral het mooie, rauwe, tweetalige Brussel hartstochtelijk missen. Als u ooit Belgen tekort komt, dan weet u mij te vinden.


Bart Dirks werkt vanaf eind augustus als politiek verslaggever voor de Volkskrant in Den Haag. Bij uitgeverij Bert Bakker verscheen zijn boek België bestaat ? cultuurwijzer van een gespleten land (320 pagina's, 18,95 euro).

Vertel het verder: