Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Wakker

Ik heb mezelf op een dag beloofd om er nooit ofte nimmer mee te beginnen: een weblog. Ik zal nooit begrijpen waarom sommige mensen de behoefte voelen met de hele wereld te delen wanneer ze 's morgens hun tanden gepoetst hebben. Veel bloggers zijn chronisch babbelziek, en dat is zo ongeveer het laatste wat ik ben.
Door Ann De Craemer op 16 jun 2009
Tekst

Wakker Ik heb mezelf op een dag beloofd om er nooit ofte nimmer mee te beginnen: een weblog. Ik zal nooit begrijpen waarom sommige mensen de behoefte voelen met de hele wereld te delen wanneer ze 's morgens hun tanden gepoetst hebben. Veel bloggers zijn chronisch babbelziek, en dat is zo ongeveer het laatste wat ik ben.

Maar kijk, het kan verkeren: twee maanden geleden ben ik zelf met een blog begonnen. Maakt u zich geen zorgen: u zal van mij niet vernemen welke saus er vanmiddag bij de aardappelen was, welke film ik gisterenavond gezien heb en of ik vannacht al dan niet goed geslapen heb. Mijn weblog is journalistiek van aard en heeft niet mijn eigen persoontje als focus.

De blogosfeer is op zijn zachtst gezegd een onmetelijk woud waarin je gemakkelijk kan verdwalen, en daar waar chaos heerst, scheppen mensen graag orde. Lijstjes zijn daar een uitstekend middel voor, en in hun drang zichzelf aan de wereld kenbaar te maken, leggen veel bloggers lijstjes over zichzelf aan. Lijstjes met favoriete boeken, favoriete films, favoriete restaurants, you name it: het is allemaal terug te vinden in blogoland.

Zelf heb ik altijd een hekel gehad aan lijstjes omdat mijn hoofd beter gedijt bij chaos dan bij orde, maar toen ik op mijn eigen weblog mijn gebruikersprofiel aanmaakte, kon ik er niet omheen: er werd mij gevraagd de titels van mijn favoriete boeken op te geven.

Help! Waar te beginnen? Literatuur in het harnas van een lijstje duwen vind ik onbegonnen werk: waarom plaats je het ene boek op de vierde plaats en het andere op nummer vijf? Volgens welke criteria?

En toch, ik beken: helemaal lijstjesvrij ben ik niet. Ik heb immers een absoluut lievelingsboek dat nu al jaren onbedreigd op de eerste plaats staat: Humboldt's gift (Humboldt's nalatenschap, 1975) van Saul Bellow.

Lees het, en u wordt een rijker mens. Lees het vooral nú, in tijden van economische crisis, en u zult de dingen anders bekijken en op die manier de kracht van echte literatuur ervaren.

In Humboldt's gift geeft Bellow op een striemende manier kritiek op het materialisme van de Amerikaanse samenleving, waarin alleen wordt gedacht aan geld, technologische vooruitgang en winstbejag. Titelpersonage Von Humboldt Fleisher was een talentvol dichter, maar de lokroep van het geld en het bijbehorende succes maakten hem letterlijk kapot. Zijn beste vriend Charlie Citrine, literatuurcriticus en verteller van de roman, kijkt twintig jaar later terug op het leven van Humboldt en probeert zelf het lot van zijn vriend te ontlopen. Dat is net het geschenk of de nalatenschap van Von Humboldt: het besef van Charlie Citrine dat poëzie en rust meer voldoening schenken dan geld, succes en leeg materialisme. "You don't make yourself interesting through madness, eccenctricity, or anything of the sort but because you have the power to cancel the world's distraction, activity, noise, and become fit to hear the essence of things."

Dat inzicht maakt van Humboldt's gift een roman die ons anders kan doen kijken naar de huidige economische crisis, die begon in Bellows Verenigde Staten en intussen zowat de hele wereld in haar greep heeft. Amerika, zegt Bellow in Humboldt's gift, is in slaap gevallen. Het land heeft alleen nog maar aandacht voor geld en economische, technologische en wetenschappelijke vooruitgang. "America is an overwhelming phenomenon, of course. But that's no excuse, really." Amerika moet wakker worden, en beseffen dat de kracht van de verbeelding evenveel vermag als de macht van het geld.

Als we zo naar de economische crisis kijken, gaat plots de zon weer schijnen: eigenlijk waren we in slaap gevallen, en worden we nu weer langzaam wakker. Het kan, met andere woorden, alleen maar beter worden.
 

Vertel het verder: