Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Wilmpie

Jommeke spreekt wél Spaans! Zo schreeuwde iemand op de speelplaats. Een stripfiguurtje dat iets kon wat wij niet konden? Sterk vonden we dat. Een nanoseconde lang waren we zelfs overtuigd dat we, door eenvoudig gebruik van het achtervoegsel ‘os’, de taalvaardigheid van onze hoogblonde held met het strooien dakje zouden evenaren. En dus voegden we daden bij woorden.
Door Astrid Wittebolle op 21 okt 2009
Tekst
Grenskijker

Jommeke spreekt wél Spaans! Zo schreeuwde iemand op de speelplaats. Een stripfiguurtje dat iets kon wat wij niet konden? Sterk vonden we dat. Een nanoseconde lang waren we zelfs overtuigd dat we, door eenvoudig gebruik van het achtervoegsel ‘os’, de taalvaardigheid van onze hoogblonde held met het strooien dakje zouden evenaren. En dus voegden we daden bij woorden. “Mogen-os wij-os van-os tafel-os?” Even testen of die strenge middagjuffrouw in de refter wel iets van de taal van Cervantes begreep. Niet eens een glimlach kregen we van haar. Terwijl de rest van de tafel in een proesten uitbarstte, werden wij verzocht om die onzin voortaan achterwege te laten. We waren tenslotte al 10 jaar. Onze repliek was, zoals te verwachten, een luid en duidelijke: “Oké-os!” We gaven haar die dag een nieuwe naam, die kwaaie middagjuf: Koningin van Onderland. Zo heet ze nog steeds. Toen Jef Nys, de geestelijke papa van Jommeke, dinsdag overleed, dachten we er aan. Aan de idee ook hoe hij dit jongetje zou hebben genoemd als hij een Nederlander was geweest. Wilmpie? Het zou niet hebben gewerkt. De dingen zijn precies zoals ze moeten zijn. Soms-os.

Vertel het verder: