Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Onbewoond eiland?

Sinds bobonne en bompa gestorven zijn, hebben we zelden nog een rusthuis bezocht. We deden dat anders graag. Van kindsbeen af. Vergezeld van pa en ma wandelden we voor het eerst een home binnen voor een bezoek aan overgroottante Marie. In Overmere.
Door Astrid Wittebolle op 25 nov 2009
Tekst
Grenskijker

Sinds bobonne en bompa gestorven zijn, hebben we zelden nog een rusthuis bezocht. We deden dat anders graag. Van kindsbeen af. Vergezeld van pa en ma wandelden we voor het eerst een home binnen voor een bezoek aan overgroottante Marie. In Overmere. Een kranig mevrouwtje was het, met een hart voor het wielrennen. De benen van de wielrenners, eigenlijk. Mijn broer en ik werden er op een eiken stoel aan tafel geplaatst en even later volgestouwd met wafeltjes en snoep. Aan het eind van de zit, mochten we elk een briefje van 100 frank in ontvangst nemen. “Merci, tante Marie!” rijmden we in koor. Of we ooit, zonder hand voor de mond, in haar richting geniesd hebben? We herinneren het ons niet, maar het zou kunnen. Of ze er een verkoudheid aan overhield? Geen idee. Wat we wel weten is hoe ze onze haren streelde dat het bijna pijn deed. En hoe wij wisten dat dat zo hoorde. Naar de maan dus, met al de snoodaards die vandaag A4-tjes op de deuren van het rusthuis plakken waarop “verboden voor kinderen” wordt uitgevaardigd. Wie haalt het in zijn hoofd om, omwille van een mogelijke griep uit Mexico, jong van oud te scheiden? Bah. Zaterdag werd 30 jaar ‘Kinderen voor Kinderen’ gevierd met een wedstrijd voor hun beste liedje, ever. Het inspireert ons. Laten we een vrijwillige verbanning organiseren: “Op een onbewoond eiland / Loopt niemand voor je neus / Ja je voelt je d'r blij want / Lekker leven is de leus.” Kinderen voor ouderen. Nu, niet seffens, niet direct, niet subiet, niet weldra. Maar nu, maintenant, tout de suite, heute nog godverdomme.

Vertel het verder: