Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Toren

’s Nachts fietsen door de stad T. Het overkomt ons. We vinden het niet erg zo zonder mens op straat. We fluiten. Bij daglicht kunnen we ze ook vaak missen als kiespijn. Die brave mensen. We nemen onze toevlucht dan in gebouwen. Tussen stevige muren die geen wolf omver blaast.
Door Astrid Wittebolle op 24 mrt 2010
Tekst
Grenskijker

’s Nachts fietsen door de stad T. Het overkomt ons. We vinden het niet erg zo zonder mens op straat. We fluiten. Bij daglicht kunnen we ze ook vaak missen als kiespijn. Die brave mensen. We nemen onze toevlucht dan in gebouwen. Tussen stevige muren die geen wolf omver blaast. Soms komen we, in een van de kamers, anderen tegen. Ook zij op zoek naar afstand. Tussen wat vanbinnen raakt en wat buiten blijven moet. Het onweer. De vieze voeten. Een slecht karakter. Verbaast het dat we van monumenten houden? Plekken waar - lang voor wij bestonden, en langer nog na ons - naar ruimte wordt gezocht. Al onze lof dus, voor de aanwijzing van de Euromast als rijksmonument. De Rotterdamse toren van de wederopbouw viert zijn vijftig jaren. Een beter verjaardagscadeau past hier niet. Ooit bedacht architect H. A. Maaskant de stad met zijn aanwezigheid. Als een baken met de voeten op de grond en het hoofd in de wolken. 185 m hoog roepen de vergezichten. Er is geen mens op straat. Of lijkt dat alleen maar zo?

Vertel het verder: