Deze website wordt niet langer ondersteund in Internet Explorer. Update hier je browser voor een betere ervaring.

Spandoek

En hij stijgt op. De zilveren vogel. Naar hoog in de hemel. Moge de partikels in de lucht hem omarmen. Op de grond, zwaait men met een zakdoek. Iedereen weg. Het heeft geen seconde langer geduurd.
Door Astrid Wittebolle op 21 apr 2010
Tekst
Grenskijker

En hij stijgt op. De zilveren vogel. Naar hoog in de hemel. Moge de partikels in de lucht hem omarmen. Op de grond, zwaait men met een zakdoek. Iedereen weg. Het heeft geen seconde langer geduurd. Aan de andere kant van het vertrek, hangt het bordje terugkeer. In een hoek maakt iemand een welkom klaar. Een aankomst beschreven met borstel en verf. Hoe lang waren we onderweg, alweer? Minutenlang. En niemand die wist waar naar toe. Die onzekerheid van het bestaan. Haar kostenplaatje. Hun kostenpraatjes. Dagenlang. Kijk daar, helemaal beneden, daar wonen mensen. Ze zoeken naar de witte streep in al dat blauw. Een rechte lijn, zoals wordt verwacht bij een voorspoedig leven. Slechts een moment. Niet(s) meer dan dat. De tijd eens bij de kraag te nemen. Geïmproviseerd op de tarmac, knielen we voor de vulkaan. In al die verloren uren hebben we ontmoet. In een andere taal. Met een grote wil. En vrij van bestemming. Eenmaal voet aan land gezet, volgt een glimlach. Om een spandoek. Ergens thuis.

Vertel het verder: